Ken je dat? Je neemt je voor om het helemaal anders te gaan doen. Sporten. Gezonder eten. Eindelijk rust in je hoofd.
En drie dagen later… ben je gefrustreerd op de bank met chips, Netflix en een schuldgevoel dat zwaarder weegt dan je motivatie.

Welkom bij de club.

Ik heb geleerd – met vallen, opstaan, en een hoop lijstjes – dat klein beginnen niet zwak is. Het is juist slim. En eerlijk gezegd: het werkt.

1. Klein voelt haalbaar

Een uur sporten? Nope.
Maar 3 squats naast m’n tandenborstel? Kan.
Klein voelt alsof je het wel kúnt doen. En dat is vaak precies wat je nodig hebt om überhaupt te beginnen.

2. Klein bouwen = groot resultaat

Het is cliché, ik weet het. Maar als je iets kleins elke dag doet, heb je na een maand ineens een gewoonte te pakken. Zonder dat je jezelf hoeft te forceren of drie keer moet “herbeginnen” op maandag.

3. Klein haalt de druk eraf

Perfectie is de snelste route naar uitstelgedrag.

Als het 'moet lukken', wordt het spannend. Maar als je zegt: “Ik doe iets kleins. Elke dag.” — dan voelt dat luchtiger. En guess what? Dat hou je wél vol.

Ik noem dat mijn “ik doe het elke dag”-manier van leven. Niet perfect. Wel echt.

Wil je ook beginnen met kleine gewoontes, maar heb je geen idee hoe?

👉 Ik heb een mini-oefening en deze kun je hier GRATIS downloaden. Deze helpt om je eigen micro-gewoonte te kiezen.

Of… kijk alvast mijn YouTube-video over wat ik doe als ik géén motivatie heb. Spoiler: het is geen groene smoothie.